Het seizoen startte voor Hapert met een nederlaag tegen mede-degradant De Raven, maar sindsdien wist het zes wedstrijden op rij te winnen. Hierdoor kon het, bij puntverlies van De Raven, de periode pakken tegen buurtgenoot Casteren. Het puntverlies van de koploper bleef uit, maar dankzij een dubbelslag van Koen Appels kon Hapert wel voor de zevende keer op rij een driepunter noteren.

Na tien minuten was de eerste kans direct raak. Kevin Raaijmakers’ corner eindigde in de vijfmeter en Koen Appels noteerde met zijn hoofd voor de openingstreffer. In deze fase van de wedstrijd probeerde Hapert door te drukken. Een vrije trap van Raaijmakers spatte uiteen op de lat en Yorick Hooyen kopte een hoekschop voorlangs.

Na een half uur spelen verloor Hapert de grip op de wedstrijd en klopte Casteren voor het eerst op de deur. Nadat Koen Appels een teenlengte te kort kwam om de 0-2 te noteren, maakte de thuisploeg in de blessuretijd van de eerste helft gelijk. Een vrije trap op rand zestien werd getoucheerd en doelman Jesper Storms was kansloos.

Ondanks dat het veldspel van Hapert in de gehele wedstrijd onvoldoende was, kwam het na een uur spelen voor de tweede keer deze middag op voorsprong. Opnieuw stond een hoekschop van Kevin Raaijmakers aan de basis hiervan. Deze werd bij de eerste paal doorgekopt door Yorick Hooyen en Koen Appels was het meest alert en benutte deze opgelegde mogelijkheid. Hapert probeerde door te drukken, maar mogelijkheden voor Raaijmakers, Thed van de Kerkhof en de ingevallen Stef van de Sande leidde niet tot de beslissing van de wedstrijd.

Aan de andere kant wist Casteren ook niet meer voor noemenswaardig gevaar te zorgen en nadat Richard Swaans in de blessuretijd tegen zijn tweede gele kaart aanliep, kon Hapert zijn zegereeks definitief uitbreiden. Weliswaar geen periodetitel, maar Hapert blijft als jager in het spoor van de Raven.